Terug
Gepubliceerd op 16/03/2022

Besluit  Vast Bureau

ma 07/03/2022 - 16:30

Aanpassen rechtspositieregeling specifieke bepalingen voor evaluatie algemeen directeur en financieel directeur van gemeente

Aanwezig: Veerle Geerinckx, voorzitter
Greta Lauwers, Dirk Van Roey, Dominique Van Haesendonck, Tim Borteel, Joeri Van den Brande, leden
Kathleen Goovaerts, voorzitter BCSD/lid
Jocelyn Bruggeman, algemeen directeur
Voorgeschiedenis
  • Op 13 december 2021 keurden het college en het vast bureau de laatst gewijzigde rechtspositieregeling personeel gemeente en OCMW goed.
  • Op 21 februari 2022 ging het college principieel akkoord met het voorstel tot wijzigen van de specifieke bepalingen voor de evaluatie van de algemeen directeur en de financieel directeur van de gemeente in de rechtspositieregeling.
Feiten/context
  • De aanpassing aan de specifieke bepalingen voor de evaluatie van de algemeen directeur en de financieel directeur van de gemeente in de rechtspositieregeling gemeente en OCMW werd voorgelegd aan de representatieve vakorganisaties ter onderhandeling.
  • De representatieve vakbondsorganisaties hadden geen opmerkingen. Het protocol 2022/04 werd voor akkoord ondertekend.
Juridische grond
  • Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur.
  • Het besluit van de gemeenteraad van 26 oktober 2016 delegatie bevoegdheden personeelsaangelegenheden aan het college.
  • Het besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 21 februari 2019 delegatie bevoegdheden personeelsaangelegenheden aan het vast bureau.
  • Het besluit van de Vlaamse regering van 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.
  • Besluit van de Vlaamse regering van 12 november 2010 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie en het mandaatstelsel van het personeel van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en houdende de minimale voorwaarden voor sommige aspecten van de rechtspositieregeling van bepaalde personeelsgroepen van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.
Motivering
  • Om tot een hedendaagse evaluatie van de decretale graden te kunnen overgaan, is het opnemen van een 360° onderzoek in de specifieke bepalingen voor de evaluatie van de algemeen directeur en de financieel directeur van de gemeente in de rechtspositieregeling opportuun.
  • Het voorzien van een 360° onderzoek zorgt voor een meer uitgebalanceerd pallet aan informatie en laat ook toe om tot geanonimiseerde resultaten te komen.
Budgettaire impact
  • Geen.
Besluit

Enig artikel. Het vast bureau besluit volgende artikels aan te passen in de rechtspositieregeling gemeente en OCMW Zemst:

  • Art. 81 derde lid wijzigen naar:

Het voorbereidend rapport wordt opgemaakt op basis van een evaluatiegesprek tus­sen de externe deskundigen en de functiehouder en op basis van een 360° onderzoek over de wijze van functioneren van de functiehouder, waarbij een aantal respondenten en getuigen betrokken worden die aan volgende criteria voldoen:

    1. 360° benadering (dus mensen boven, naast (indien kan) en onder de betrokken decretale graad);
    2. Respondent en getuigen werken persoonlijk samen met de decretale graad op regelmatige basis en kunnen uit eigen ervaring spreken;
    3. Rechtstreekse (leidinggevende) medewerkers op niveau A of B;
    4. Minimaal 6 maanden samengewerkt met de betrokken decretale graad.
  • Art. 87 derde lid wijzigen naar: 

Het voorbereidend rapport wordt opgemaakt op basis van een evaluatiegesprek tus­sen de externe deskundigen en de functiehouder en op basis van een 360° onderzoek over de wijze van functioneren van de functiehouder, waarbij een aantal respondenten en getuigen betrokken worden die aan volgende criteria voldoen:

    1. 360° benadering (dus mensen boven, naast (indien kan) en onder de betrokken decretale graad);
    2. Respondent en getuigen werken persoonlijk samen met de decretale graad op regelmatige basis en kunnen uit eigen ervaring spreken;
    3. Rechtstreekse (leidinggevende) medewerkers op niveau A of B;
    4. Minimaal 6 maanden samengewerkt met de betrokken decretale graad.
  • Art. 89 §2: schrappen
  • Art. 91 eerste lid wijzigen naar:

Het voorbereidend rapport van de externe deskundigen bevat per evaluatie­criterium de relevante informatie, die ingewonnen wordt met behulp van onder andere een evaluatiegesprek, dit is een gestructureerd interview met de geëva­lueerde over de mate waarin en de wijze waarop hij of zij aan de vastgestelde evalua­tiecriteria en afspraken voldaan heeft, en een 360° onderzoek over de wijze van functioneren van de functiehouder, waarbij een aantal respondenten en getuigen betrokken worden, volgens de criteria opgenomen in artikel 81 en 87 RPR.