Terug
Gepubliceerd op 20/04/2021

Besluit  Vast Bureau

ma 12/04/2021 - 16:30

Aanpassingen rechtspositieregeling personeel gemeente en OCMW Zemst

Aanwezig: Veerle Geerinckx, voorzitter
Greta Lauwers, Dirk Van Roey, Kathleen Goovaerts, Tim Borteel, Joeri Van den Brande, leden
Rozita Vervoort, voorzitter BCSD/lid
Jocelyn Bruggeman, algemeen directeur
Voorgeschiedenis
  • In de beheersovereenkomst tussen gemeente en OCMW, goedgekeurd door de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn op 27 november 2019, werd opgenomen dat er kan onderzocht worden in hoeverre een overdracht van personeelsleden van het ene naar het andere bestuur een verbetering kan betekenen voor de concrete werking en hoe er moet omgegaan worden met gesubsidieerde functies zoals de sociale maribel.
  • Op 7 december 2020 gingen het college en vast bureau principieel akkoord om inhoudelijke wijzigingen op te nemen in de rechtspositieregeling personeel gemeente en OCMW Zemst en dit voor te leggen aan het vakbondsoverleg.
  • Op 15 februari 2021 keurden het college en vast bureau de laatst gecoördineerde tekst van de rechtspositieregeling (RPR) personeel gemeente en OCMW Zemst goed zonder voorgaande wijzigingen die nog steeds in onderhandeling waren.
  • Op 22 februari 2021 gingen het college en vast bureau principieel akkoord om de mogelijkheid tot overdracht personeel tussen gemeente en OCMW op te nemen in de rechtspositieregeling en dit voor te leggen aan het vakbondsoverleg.
Feiten/context
  • Het vakbondsoverleg formuleerde volgende bedenkingen op beide voorstellen:
    • bij het luik thematisch verlof en zorgkrediet is het wenselijk om de interne aanvraagprocedure te blijven vermelden;
    • toevoegen dat contractueel personeel enkel overgedragen kan worden indien deze hiermee akkoord gaan en er dus een aangepast contract getekend wordt;
    • ze zijn het niet eens met eerder opgenomen elementen over de keuze voor de vakantieregeling openbare sector, cadeaucheques en fietslease, maar de huidige wijzigingen gaan daar niet over.
  • Het MAT ging op 31 maart 2021 akkoord met het voorstel voor aanpassingen van de rechtspositieregeling personeel gemeente en OCMW Zemst.
Juridische grond
  • Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur.
  • Het besluit van de gemeenteraad van 26 oktober 2016 delegatie bevoegdheden personeelsaangelegenheden aan het college.
  • Het besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 21 februari 2019 delegatie bevoegdheden personeelsaangelegenheden aan het vast bureau.
  • Het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 12 november 2010 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie en het mandaatstelsel van het personeel van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en houdende de minimale voorwaarden voor sommige aspecten van de rechtspositieregeling van bepaalde personeelsgroepen van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.
  • De beheersovereenkomst van 29 november 2019 tussen gemeente en OCMW Zemst, artikel 18.

 

Motivering
  • Bij de huidige voorgestelde wijzigingen zijn geen cruciale opmerkingen van de sociale partners. De gevraagde aanpassingen zijn opgenomen in de ontwerptekst.
  • Op het volgend vakbondsoverleg zal bekeken worden of er nog redenen zijn om de reeds goedgekeurde elementen terug in vraag te stellen.
Budgettaire impact
  • Geen.
Besluit

Artikel 1. Volgend artikel wordt toegevoegd in de samengevoegde rechtspositieregeling gemeente en OCMW onder Titel II de loopbaan, hoofdstuk XVI: Overdracht van personeel:

Art. 141 ter decies. Overeenkomstig artikel 185, paragraaf 3, Decreet Lokaal Bestuur, kunnen, met behoud van andersluidende wettelijke of decretale bepalingen, een gemeente, het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn dat de gemeente bedient, een publiekrechtelijke vereniging van dat openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn en een intergemeentelijk samenwerkingsverband waarin een van deze voormelde besturen deelneemt, aan elkaar personeel overdragen.

Het personeelslid dat overgedragen wordt, wordt zonder selectieprocedure aangesteld in een vergelijkbare functie bij het ontvangend bestuur. Het statutaire personeelslid wordt in statutair dienstverband aangesteld. Het contractuele personeelslid wordt in contractueel dienstverband aangesteld.

De overheid die personeel overneemt, bezorgt een kopie van de overnamebeslissing aan de overheid van herkomst van de kandidaat.
De aanstellende overheid bepaalt de datum of de termijn van indiensttreding van het over te dragen personeelslid.
Het personeelslid dat overkomt van een andere overheid, legt bij zijn indiensttreding opnieuw de eed af. Het contractuele personeelslid kan enkel overgedragen worden indien het personeelslid daarmee akkoord gaat en een bijlage aan de arbeidsovereenkomst ondertekent.

Het personeelslid dat overgedragen wordt, behoudt minstens de salarisschaal, de functionele loopbaan, de verworven administratieve en geldelijke anciënniteit en de prestatieregeling die op hem van toepassing was.
Ten persoonlijke titel behoudt het personeelslid dat overgedragen wordt de vergoedingen, toelagen en sociale voordelen van het oorspronkelijke bestuur als deze gunstiger zijn. Het personeelslid dat overkomt van een andere overheid, is onderworpen aan de regels over de jaarlijkse vakantie, de feestdagen en de andere verloven en afwezigheden die gelden bij de nieuwe overheid tenzij zijn vorige regelgeving gunstiger was. Er zijn geen overgangsbepalingen van toepassing. Desgevallend worden deze opgenomen in de overnamebeslissing.
De regels over het ziektekrediet die gelden bij de nieuwe overheid zijn van toepassing, met dien verstande dat de jaren dienstactiviteit en de al opgenomen ziektekredietdagen bij de overheid van herkomst, meegerekend worden voor de vaststelling van het aantal dagen ziektekrediet.

Art. 2. Volgende artikels te wijzigen:

  • art. 6§2: vervangen opsomming lidstaten naar de term 'lidstaat van de Europese Economische Ruimte';
  • art. 19: de verplichte aanwezigheid van een secretaris die niet deelneemt aan de selectie wordt geschrapt teneinde het aantal aanwezige personen op een selectie te beperken;
  • art. 20: geslaagde kandidaten worden gekozen uit de lijst van geschikt bevonden kandidaten en niet op basis van vergelijking van titels en verdiensten (dit was tot heden ook reeds de werkwijze, er werd nooit gewerkt met een vergelijking van titels en verdiensten);
  • art. 21 en 22§7: aanpassing van de geldigheidsduur van de capacitaire en psychologische testen naar 24 maanden;
  • art. 21§4: bij selecties wordt ook de optie voorzien om een praktisch selectiedeel toe te voegen;
  • art. 22, 23 en 28: verwijderen van de puntenquotering bij selecties en vervanging door een quotering van niet geschikt tot uitstekend, om te slagen moet men minstens geschikt worden bevonden;
  • art. 36bis: aanpassing van de diplomavereiste maatschappelijk werker aan de huidige terminologie van de diploma's;
  • art. 37°1-°3: voor aanwervingen in het kader van werkgelegenheidsmaatregelen van hogere overheden wordt het artikel uit de RPR van het OCMW overgenomen voor OCMW en gemeente omdat dit meer aansluit bij het opzet dan de bepalingen uit de RPR van de gemeente;
  • art. 44: eedaflegging gebeurt bij de burgemeester/voorzitter vast bureau, ook voor vervangers en tijdelijke medewerkers, niet voor studenten;
  • art. 104: vorming wordt goedgekeurd door de manager van de afdeling i.p.v. de algemeen directeur;
  • art. 122: toevoeging rang Dx teneinde nu reeds de mogelijkheid te creëren om deze rang ook in de toekomst te benutten;
  • art. 131: verwijdering van de verwijzing goed en uitstekend als gunstig eindresultaat. Deze is in strijd met de bepalingen in art 69 waar ook voldoende als gunstig wordt beschouwd;
  • art. 141 bis en 141 ter: toevoeging mogelijkheid tot interne mutatie van personeel in functies van dezelfde graad;
  • art. 236 tot 237ter aanpassing aan regelgeving vervangend vaderschapsverlof, pleegouderverlof en pleegzorgverlof;
  • art. 253 toevoeging dat er een link moet zijn tussen de gebeurtenis en het opnemen van het omstandigheidsverlof;
  • art. 254§1 personeelsleden die nog geen jaar in dienst zijn worden uitgesloten van de mogelijkheid tot onbetaald verlof als recht;
  • Hoofdstuk XI Zorgkrediet en federale thematische verloven voor loopbaanonderbreking: verwijderen van alle algemene regels en verwijzing naar de regels die bepaald zijn in de respectievelijke besluiten, teneinde te vermijden dat bij elke wijziging de RPR moet aangepast worden. Aanvraagprocedures intern worden behouden.